Mijn jarenoude, derdehandse, zwaar verroeste, half rode fiets-zonder-licht-maar-met-een-lekke-achterband was al door zijn beste tijd heen voordat het spatbord er na een opvallend kleine hobbel in zijn geheel afviel. Nadat ik echter een geïmproviseerd spatbord in de vorm van een aan mijn bagagedrager bevestigde vuilniszak had geproduceerd, was het geheel helemaal een treurige aangelegenheid.
Dat constateerde ook manager W, die na een bespreking een stukje met me opfietste. Nadat ik zijn suggestie omtrent het kopen van een nieuwe fiets had afgewezen omdat een nieuw exemplaar bij gebrek aan een schuur toch maar ging verroesten, opperde hij dat er toch wel ergens een middenweg mogelijk moest zijn tussen een gloednieuwe fiets en, zo zei hij met een wat spottende blik, ‘dat ding’.
Bij een volgend overleg kwam mijn fiets weer ter sprake. Manager W omschreef het geheel tegenover alle aanwezigen als een ‘oud barrel dat ietwat studentikoos aandoet’. Zoals zovele voor hem stelt ook teamleider L voor dat ik een nieuwe fiets aanschaf.
Ik wijs het af met het andere veelgebruikte argument: te duur. Gelukkig staat manager W me bij, wat resulteert in de volgende opmerking, die ik jullie toch echt niet wil onthouden.
‘Ja L, als jouw fiets ook net zo veel waard was als een pak melk, dan zou jij een nieuwe fiets ook een enorme investering vinden.’
Thank you.
Thank you very, very much.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment
Note: Only a member of this blog may post a comment.