‘That’s the downside of living on a hill’, zegt de Man op de Ladder in de Tuin van de Buren vriendelijk en meelevend.
‘It really, really is’, weet ik uit te brengen, terwijl ik de voordeursleutel uit mijn overvolle, met boodschappen gevulde rugtas vis.
Het is nog steeds warm. Maar achter in de tuin, in de schaduw op een ligstoel, is het zeker uit te houden. Een briesje, een boek, een teiltje water voor vermoeide voeten: de dagelijkse klim naar het Huis op de Heuvel wordt goed beloond.
Ondertussen is mijn lichte verbranding veranderd in een flinke zonneallergie. Na twee dagen schijnt de pijn het ergst te zijn. Dat klopt niet. Het waren er drie.
Dat mijn huid de eerste dagen rood was en jeukte vond ik nog niet zo erg. Maar nu het eruit ziet als een paddestoel uit een bepaald kinderliedje (rood met witte stippen dus) en een zeurderige, prikkende pijn me overal achtervolgt, wordt het vervelend. Ik vraag me af hoe vaak ik nog moet verbranden voor ik accepteer dat ik gewoon niet tegen de zon kan. En dus alleen maar rood word, en niet bruin…
Born to be white… Forever… De enige Brown-haired Albino ter wereld…
Nou ja, het zij zo. Laten we er dan maar op drinken ;)
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
aaaaah, arme Jenny....
ReplyDeleteen toch ben ik jaloers!